In hoeverre gebeurtenissen en gedachten hun inwerking kunnen hebben op zelfs het DNA wordt momenteel aangetoond door een nieuwe tak van de genetica n.l. de epigenetica.Deze stroming gaat ervan uit dat de controle over onze levens wordt bepaald door onze geest en niet (totaal) in onze genen ligt voorgeprogrammeerd.
Bij een aantal onderzoeken, waarvan één Nederlands dat zich bezig hield met het onderzoek naar de gevolgen van de hongerwinter in ’44 op zwangerschappen en met name het geboortegewicht, bleek dat zelfs tot in de vierde generatie, klein- en achterkleindochters het leven schonken aan baby’s met een eveneens lager gewicht.
In het DNA van de moeder en de dochters waren bepaalde genen, specifiek die in het gen igf2, in en uitgeschakeld die dit signaal tot lager geboortegewicht erfelijk maakten. Dit onderzoek dat werd uitgevoerd door Bas Heymans, Moleculair Epidemioloog aan de LUMC in samenwerking met enkele van zijn collega’s aldaar en een aantal Amerikaanse vakgenoten zegt hierover:
“Epigenetica zou wel eens een mechanisme kunnen zijn waarmee een individu zich snel aanpast aan veranderende omstandigheden.
Selectie zoals Darwin dit beschreef,gaat langzaam. Er wordt wel gedacht dat de stofwisseling bij hongerwinterkinderen zuiniger is afgesteld, gestuurd door epigenetische verandering. Vroeger werd gedacht dat epigenetische veranderingen werden gereset bij de vorming van ei- en zaadcellen, maar sommige epigenetische patronen lijken hieraan te ontsnappen.”
Een ander onderzoek bij slachtoffers van de aanslag op het World Trade Center die hierbij een posttraumatische stressstoornis hadden opgedaan en hun kinderen, bleken eveneens veranderingen in het DNA te hebben plaatsgevonden. Deze stoornis klik hier werd d.m.v. een gewijzigde manier van aan- en uitschakelen van bepaalde genen opgeslagen in het DNA.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door o.a. Rachel Yahuda Ph.D. ,verbonden aan de Mount Sinai School of Medicine, NewYork.
Bij dit onderzoek werd door 98 vrouwen die direct waren blootgesteld aan de aanslag op het World Trade Center bloedmonsters van het op het moment van de aanslag ongeboren kinderen ingeleverd. Deze kinderen waren inmiddels negen maanden oud.
Tevens werd een PTSS klik hier vragenlijst ingevuld. Uit beide bleek dat de kinderen een hoger stress niveau hadden en minder belastbaar waren dan niet blootgestelde kinderen. (Yahuda www.3.interscience.wiley.com/journal.2010)
Deze onderzoeken zouden misschien ook een heel nieuw licht kunnen werpen op het tot nu toe moeilijk te verklaren fenomeen “tweede of derde generatie concentratiekampsyndroom”, waarbij eveneens in latere generaties het trauma lijkt te zijn doorgegeven. Zie EMDR klik hier.
Hier is i.v.m. het nog zo recente en prille onderzoek wat de epigenetica betreft, nog geen naspeurbaar onderzoek naar gedaan, ofschoon je misschien in het verlengde van de resultaten van het Mount Sinai onderzoek wel verwachtingen zou kunnen hebben wat betreft mogelijke veranderingen in het DNA van deze groep.
9
Prof Annette Karmilow-Smith , neuroloog, verbonden aan de Birbeck Universiteit in Londen, deelt eveneens de mening dat genen niet zo rigoureus en vaststaand ingrijpen in de ontwikkeling van b.v. de hersenen als altijd werd aangenomen. In een interview in het BBC programma Horizon zegt ze hier het volgende over:
“The basic brain is very plastic, people tend to think of genes as determining outcome, this is just the case for the broad structure of the brain. Genes are just as dynamic as any other aspect of our development. Genes are expressed in different ways as a function of the environment we are experiencing.”
( Karmilow-Smith, BBC Horizon 2010.)
Ik zou deze effecten natuurlijk niet als een trancefenomeen willen beschrijven, maar wel als voorbeeld aan willen dragen van hoe diep traumatische gebeurtenissen hun sporen kunnen achterlaten niet alleen in de geest, maar zelfs in het DNA.
De link met, en de toepasbaarheid en het nut van b.v. regressie en delenwerk klik hier om aan de slag te gaan met de hier opgedane trauma’s lijkt mij hier natuurlijk wel evident en zeer belangrijk.
Dit is de reden dat ik het voorbeeld van wat er epigenetisch met het DNA kan gebeuren heb opgenomen in deze scriptie.
Een conclusie, denk ik, die hier gelukkig te trekken zou zijn, is, dat het zeer aannemelijk is dat het tegenovergestelde, namelijk het opslaan in de genetische code van momenten van kracht, geluk en beschermd en geliefd zijn ook logischerwijs zou moeten plaatsvinden.
Ik ben van plan regressie naar deze momenten in mijn praktijk een belangrijke rol te laten spelen, ik heb hier met een groot aantal cliënten mee gewerkt en ook op mezelf toegepast.
Het effect hiervan heb ik zelf als zeer weldadig en ondersteunend ondervonden, en ik bemerkte gelijke reacties bij mijn cliënten.
De reden dat ik deze interventie inzette was om aan een grotere ik sterkte te werken, krachtbronnen aan te spreken en deze hulpbronnen weer bewust te maken.
De resultaten bij deze methode leken, misschien niet al te verbazend, veel op de effecten van dehart-coherentie klik hier van Dr. Serban-Schreiber klik hier. Dit heeft denk ik te maken met het feit dat de cliënten naar een warme, meestal veilige en ondersteunende vroegere ervaring teruggaan.
Dit resulteerde vaak eveneens in het ervaren van een gevoel van dankbaarheid.Momenten van veiligheid, koestering, liefde en geborgenheid , waarvan de helende en bekrachtigende effecten algemeen worden onderkend in de reguliere geneeskunde en psychotherapie, zouden op deze wijze meetbaar kunnen worden aangetoond.
Een ander voorbeeld dat dit erg mooi illustreert geeft Dr. Gail Ironson, professor psychologie en psychiatrie aan de University of Miami. Zij merkte op dat HIV patiënten die in een liefhebbende, universele kracht geloven, langer leefden dan degenen die geloofden in een macht die ze zou straffen. Hoop, geloof, liefde en vertrouwen zijn denk ik de steunpilaren van de genezing en gezondheid.
( Hamilton, 2005.)
Ik ben zeer benieuwd naar de hopelijk komende onderzoeken naar het positief beïnvloed worden van het DNA. Hier zijn echter momenteel jammer genoeg nog geen onderzoeksresultaten te vinden, maar ik zie ze met ongeduld tegemoet.
Ik ben wel bang dat het een stuk ingewikkelder zal zijn om de eventuele mutaties van de positieve ervaringen terug te vinden in het DNA, omdat een negatieve beïnvloeding denkelijk meer opvalt dan een die een positief effect heeft, omdat nu eenmaal meer aandacht wordt besteed aan datgene wat als een verstoring wordt gezien en een klacht .